Huisvesting en verzorging
Het houden van reptielen en amfibieën kan een fantastische en verantwoorde hobby zijn, mits je gezonde dieren hebt en deze gezond kunt houden. Dit hoeft helemaal niet moeilijk te zijn als je een aantal basisregels naleeft.
Nu is het erg moeilijk om voor alle soorten reptielen een algemene richtlijn te geven. Er zijn soorten die een heel specifieke verzorging nodig hebben. Daarvoor kunt u op diverse plaatsen te rade gaan.
Er bestaan hiervoor talloze gespecialiseerde winkels, verenigingen en organisaties die u gedetailleerde informatie kunnen geven omtrent de betreffende soort.
We zullen hier het houden van reptielen in het algemeen bespreken. Voor waterschildpadden is er een aparte informatie te vinden op onze website.
Terrariumtechniek
Voor het bouwen van een terrarium bestaan diverse technieken en mogelijkheden.
De materiaalkeuze is zeer persoonlijk. Het materiaal moet wel vochtbestendig zijn en makkelijk schoon te maken. Bovendien mag het niet schadelijk zijn voor de bewoners door het gebruik van lijmen of lakken met giftige dampen. Er zijn tegenwoordig zeer goede terraria commercieel verkrijgbaar, maar zelf bouwen is ook goed mogelijk. In het algemeen is er veel informatie te verkrijgen op het internet, uit boeken of via verenigingen.
De afmeting moet passen bij het dier. Elk dier moet zich vrij kunnen bewegen. Hagedissen hebben over het algemeen meer ruimte nodig omdat ze meer lopen en bewegen dan bijvoorbeeld slangen. Voor slangen wordt wel eens gezegd dat de lengte van het dier voldoende is als lengtemaat van het terrarium. Hagedissen moeten wel kunnen rennen of klimmen.
De inrichting is van groot belang. Deze moet passen bij het biotoop waar het dier vandaan komt. Zo moeten dieren uit de woestijn in een woestijnterrarium en moeten boombewoners voldoende klimmogelijkheden hebben. Er moet ook gezorgd worden voor voldoende schuilmogelijkheden. Het ontbreken van een veilige schuilplaats kan leiden tot stress. Bij een koningspython, bijvoorbeeld, is het belangrijk dat hij weg kan kruipen in een krappe ruimte waarin hij zich klem kan zetten en zodoende voor vijanden onbereikbaar is. Pas dan voelt hij zich zo veilig dat hij gaat eten en goed leven.
Bij de keuze van het bodemsubstraat moet een compromis gezocht worden tussen hygiëne, de behoeften van het dier en het esthetisch belang. Voor sommige dieren is het noodzakelijk dat ze zich in kunnen graven, bij andere is een vochtige bodembedekking nodig. Het bodemsubstraat moet wel makkelijk te reinigen of te verwijderen zijn. Je kunt dieren houden op een gladde bodem (zeil, linoleum, kranten) maar ook worden ze vaak op zand, mos, boomschors, kiezels, hydrokorrels en een aantal gespecialiseerde korrels die verkrijgbaar zijn in een reptielenspeciaalzaak. Daarnaast moet je oppassen dat de dieren het niet per ongeluk mee inslikken of dat ze er in iedere geval geen verstopping van krijgen. Tenslotte mag de bodem niet schadelijk of beschadigend zijn door giftige lakken of scherpe randen of te ruwe oppervlakte (als beton).
De temperatuur is van het allergrootste belang voor reptielen. Het zijn koudbloedige dieren. Dat wil niet zeggen dat ze koud bloed hebben, maar dat hun lichaamstemperatuur die van de omgeving aanneemt. Om goed te functioneren zal de terrariumtemperatuur dat moeten zijn wat bij de soort hoort. Er zijn zeer soortspecifieke verschillen maar in het algemeen is het goed als de temperatuur wel varieert in het verblijf zodat het dier kan kiezen. Een gemiddelde temperatuur van 25 tot 30 graden is prima, maar er moet een plek zijn waar de temperatuur 35 tot 40 graden is. Dit is de plaats waar de reptielen zullen opwarmen (zonnebaden). De nachttemperatuur is uiteraard ook afhankelijk van de soort maar in het algemeen is een temperatuur van rond de 18-20 graden voldoende. Terraria worden in het algemeen verwarmd door lampen, verwarmingskabels of matten. Let op dat de dieren zich niet verbranden aan deze warmte elementen.
De verlichting kan voor veel soorten reptielen ook belangrijk zijn. Het blijkt dat voor deze dieren een dag en nachtritme nodig is waarbij de daglengte en de hoeveelheid licht een rol kan spelen bij het welzijn van de dieren maar ook in het bioritme. Om te kweken maken veel reptielenkwekers hier gebruik van door in de winter de dieren koeler te houden en minder licht te geven of de dagen veel korter te maken.
Daarnaast is het voor insecteneters en planteneters noodzakelijk om UV verlichting in het terrarium te hebben. Onder invloed van ultraviolet licht wordt actief vitamine D aangemaakt hetgeen noodzakelijk is om calcium uit de darmen op te nemen. Hoeveel uren of minuten deze UV lampen moeten branden of hoe sterk deze lampen moeten zijn is nog niet exact bekend. Teveel kan ook leiden tot verbrandingsverschijnselen. In het algemeen lijkt 2 tot 4 uur voldoende en zorg er in ieder geval voor dat de dieren ook weg kunnen kruipen.
De behoefte aan luchtvochtigheid is uiteraard ook weer afhankelijk van de soort. Toch moeten we ons niet vergissen. Ook in woestijnen is de luchtvochtigheid tussen rotsspleten of in de grond hoog. De luchtvochtigheid is van belang voor de huid en slijmvliezen. Het vervellen gaat veel beter en de ademhalingswegen blijven gezonder. Bij schildpadden is het zelfs van belang om een goedgevormd en glad schild te ontwikkelen.Een relatieve luchtvochtigheid van 60 tot 100% lijkt voor de meeste dieren goed. Let wel op: het gaat om de luchtvochtigheid. Het terrarium mag niet continu een natte bodem hebben.
Tenslotte moet een terrarium uitbraakvrij zijn. Als reptielen ontsnappen kan het erg moeilijk zijn om ze terug te vinden. Bovendien kunnen vele dieren een gevaar voor de omgeving zijn of in ieder geval mensen erg laten schrikken.
Verzorging
De verzorging varieert enorm per soort. Sommige soorten hebben een zeer intensieve verzorging nodig. Kameleons moeten bijvoorbeeld dagelijks gevoerd worden en drinken vaak alleen van druppels of uit een pipet. Bovendien kunnen ze erg snel dood gaan bij ziekte. Andere dieren lijken veel minder verzorging nodig te hebben. Bepaalde slangen hoeven maar een keer per maand gevoerd te worden en vaak hebben deze dieren dan ook weinig frequent ontlasting, dus ook het schoonmaken is beperkt.
Laat u voor de verzorging adviseren door de verkoper of informeer bij verenigingen of organisaties die er verstand van hebben.
Sommige dieren houden van nature een winterslaap. In gevangenschap hoeft dat niet perse, maar om te kweken is het vaak wel noodzakelijk. Om reptielen in winterslaap te brengen laten we de temperatuur geleidelijk dalen tot een temperatuur van 4 tot 10 graden. Zo’n twee weken voor de temperatuurdaling stoppen we met voeren en geven we eventueel warme baden om de darmen goed leeg te krijgen. Daarnaast is het verstandig om voor de winterslaap de ontlasting door een reptielendierenarts te laten controleren op inwendige parasieten. De duur van de winterslaap is 1 tot 3 maanden. Controleer de dieren wel regelmatig.
Voeding
De voeding bij reptielen moet voldoen zowel in hoeveelheid en als in samenstelling. Er moet voldoende energie inzitten en de voeding moet voldoende essentiële aminozuren/eiwitten, vitaminen en mineralen bevatten.
Reptielen die een volledige prooi (ratten, muizen, kuikens, vissen etc.) eten zoals de meeste slangen, varanen en krokodillen bevatten alles wat de dieren nodig hebben en hoeven ook nauwelijks aangevuld te worden. De prooidieren kunnen levend of dood worden aangeboden. Verse dode prooidieren of diepvriesdieren hebben in het algemeen geen mindere voedingswaarde en leveren in ieder geval geen gevaar op voor beschadiging bij het vangen en doden. Alleen bepaalde dode vissen kunnen een vitamine B1 deficiëntie tot gevolg hebben, hetgeen tot dodelijke hersenverschijnselen kan leiden.
Insectenetende en plantenetende reptielen, zoals vele hagedissen en schildpadden, moeten in ieder geval een aanvulling met een vitaminen en mineralen mengsel hebben, waarbij de calcium/fosfor (Ca/P) verhouding 2:1 is, minimaal 11% calcium bevat en ook vitamine D3 bevat. Dit preparaat moet dagelijks in kleine hoeveelheden over het groenvoer of over de insecten gepoederd worden. Dieren die veel drinken kunnen via het drinkwater gesubstitueerd worden (4 gram calciumlactaat + 10.000 IE vit D3 per liter drinkwater). Je kunt ook de dieren rechtstreeks in de bek het mengsel geven. Daarnaast kun je deze dieren kattenvoer bijvoeren. Uit ervaring blijkt dat 1/3 deel van de totale voedselbehoefte in de vorm van kattenvoer nooit tot problemen leidt.
Naast de kwaliteit van het voer, moet het voer ook door het dier geaccepteerd worden, Dit is ook afhankelijk van de soort. Sommige soorten eten alles, anderen zijn extreme voedselspecialisten. Zelfs binnen een soort kan dit enorm variëren. Er zijn dieren die overdag eten, anderen alleen ’s nachts. Bij reptielen zijn er grote variaties. Ook hierover kunt u zich bij vele bronnen informeren.
De vochtbehoefte is erg verschillend. Er moet wel altijd voldoende vers en schoon drinkwater beschikbaar zijn. Sommige soorten, zoals kameleons, drinken niet uit een waterbak maar alleen van druppels. Deze dieren moeten dus zeer regelmatig gesproeid worden of er moet een druppelinstallatie aanwezig zijn.
Tenslotte
Als u zich aan de basisregels van de huisvesting en verzorging houdt kunt u bij gezonde dieren jarenlang plezier hebben van deze prachtige dieren. Om zeker te zijn dat de dieren gezond zijn adviseren we om bij aanschaf van nieuwe dieren altijd een gezondheidskeuring door een reptielendierenarts uit te laten voeren en de dieren 1 tot 3 maanden in quarantaine apart van de andere dieren te houden. Pas als de dieren goed eten en vrij zijn van uitwendige en inwendige parasieten kunt u ze bij de andere dieren zetten.